Gevorderden
Kaartnamen
Aap, voorzitter | Aas. |
Regenten, Harde punten |
Azen en Heren. |
Quacks, Zachte punten |
Vrouwen en Boeren (van het Engelse Queens and Jacks). |
Stuk | Heer en Vrouw in een kleur, hoeft geen troef te zijn. Een term ontleend aan het klaverjassen. |
Stuk sec | Ook wel Stek suck: doubleton HV. |
Vent | Heer of Boer in dummy, maar alleen als maar 1 van beide op tafel ligt. ‘Ja, doe de vent maar’. |
Meisje | Vrouw als die besteld wordt in dummy. ‘Doe het meisje maar’. |
Hoofdbestuur | A, H, V en B van een kleur in één hand. |
Prentenkabinet | Hand met veel plaatjes. Ook wel Postzegelverzameling. |
Hoerenkast/ Harem |
Vier vrouwen in de hand, vaak gezegd als die als dummy op tafel komt. |
Odeklonje-hand, Keulse hand |
Ook wel ‘Hand met een luchtje’: een hand met een 4-7-1-1 verdeling. Strikt genomen met een vierkaart schoppen en een zevenkaart harten. Naar het Eau-de-colognemerk 47-11. |
Bierkaart | Ruiten 7. Studententraditie: Wie de laatste slag met deze kaart haalt, krijgt een biertje van zijn partner. |
Konijntje, Pukje, Doe maar wat, Beken |
Kleintje in dummy, om bij te spelen. |
Fietsenrek | Een kleur met minstens twee vorken, zoals A V 10 of H B 9. |
Sliert | Veel kaarten in een kleur, meestal vanaf een zeskaart. ‘Wat 2♥ betekent? Gewoon, een sliert hartens, en niet veel punten.’ |
Overig
Afkranten | Een spel bijzonder slecht afspelen, vaak uit frustratie met de hoogte van het contract of de speelsoort. ‘Trouw zat 2SA af te kranten, en toen ging hij nog down ook, terwijl 4Sch koud is’ |
Bakje leeg | 7SA, omdat daarmee alle biedkaarten op tafel liggen. Bij bieden zonder biedboxen wordt het ook wel gezegd in plaats van ‘Zeven Sans’. |
Bijl | Strafdoublet, meestal als er verwacht wordt dat er bloed gaat vloeien. ‘Daar zette Holzhacker een bijl in, en terecht, het ging 4 down’. |
Jaartal | Een score met vier cijfers, voor een slem of gedoubleerd veel down. ‘Waterloo & Hastings gingen weer voor een jaartal liggen’. |
Onder de tram | Zo veel slagen down. ‘Trolley & Metro gingen twee onder de tram’. |
Optocht | Een aantal vrije slagen in één kleur, meestal van de tegenpartij. ‘Toen kreeg ik die ruitenoptocht van Corso over me heen’. |
Rubbel | Redoublet. ‘Van der Lef rubbelde, die is niet bang.’ |
Strikje | Doublet, vanwege het kruis dat op de meeste doubletkaartjes staat. |
Telefoonnummer | Gedoubleerd veel down. ‘Ring & Tone boden weer door tot ze voor een telefoonnummer werden gedoubleerd.’ Is eigenlijk onzin, want een score van 3800 (geredoubleerd -13) is het maximum, en dat is hooguit een sms-nummer of iets voor 0900. |
Vermogen | Gedoubleerd veel down. ‘Dat leverde Mees & Hope een vermogen op’. |